Mededeling tot voorgenomen uitgifte grond (opstalrecht en vestiging erfdienstbaarheden bij Kerkdriel)

Kennisgeving 

Zaaknummer 2020152267/jha

Mededeling tot voorgenomen uitgifte grond

Waterschap Rivierenland, gevestigd in Tiel aan de Blomboogerd 1, is een overeenkomst aangegaan tot verlening van een ontwikkel- en exploitatierecht voor Burgerwindpark A2 Lage Rooijen. 
(hierna te noemen: de gegadigde), zulks ten behoeve van de realisatie en de exploitatie van windturbines voor winning van energie uit windkracht en levering elektriciteit aan het openbare net. Het waterschap is bereid aan de gegadigde het recht van opstal te verlenen onder gelijktijdige vestiging van erfdienstbaarheden zoals wiekoverslag en uitweg. 
De percelen van het waterschap die betrokken zijn in de exploitatie zijn de volgende: 
Maasdriel sectie P 140 en S 306, ter gezamenlijk grootte van circa 1.034 m2.

Didam arrest
De voorgenomen uitgifte wordt gepubliceerd om te voldoen aan de verplichtingen uit het Didam-arrest. De Hoge Raad heeft in dit arrest bevestigd dat een overheidslichaam (zoals een Waterschap) bij het aangaan en uitvoeren van privaatrechtelijke overeenkomsten de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (a.b.b.b.) en daarmee het gelijkheidsbeginsel (= het bieden van gelijke kansen) in acht moet nemen.

Hiermee wordt bereikt dat meerdere partijen (burgers/ondernemingen) gelijke kansen hebben om het perceel te kopen. Ondanks dat mededinging (via een openbare procedure) het uitgangspunt is, hoeft die ruimte niet te worden geboden als bij voorbaat vaststaat, of redelijkerwijs mag worden aangenomen, dat op grond van objectieve, redelijke en toetsbare criteria slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt. 

Motivering aangaan van overeenkomst met één partij 
Er is reeds een vergunning door het Waterschap afgegeven voor de realisatie (2020097465/2020147659). Gezien de geringe omvang van de betrokken Waterschapseigendommen zijn mede gezien de kaders van de redelijkheid en billijkheid geen redenen voorhanden om niet 1 op 1 te gunnen. Er wordt een marktconforme vergoeding betaald.

Indien u ook belangstelling heeft 
Indien u zich niet kunt verenigen met dit voornemen, omdat u van mening bent dat u ook in aanmerking dient te komen voor de uitgifte van het opstalrecht en verder voldoet aan de gestelde, hiervoor genoemde criteria, dient u uiterlijk 5 juli 2024 dit kenbaar te maken met een gemotiveerde toelichting aan grondzaken@wsrl.nl onder vermelding van het hierboven genoemde zaaknummer. Na afloop van voornoemde (opschortende) termijn ontvangt u schriftelijk bericht of de ontvangen reacties aanleiding geven om af te wijken van het voornemen en over het vervolgtraject. Indien u zich daarmee niet kunt verenigen, dient u binnen 20 kalenderdagen na ontvangst van bedoeld bericht een gerechtelijke procedure in kort geding aan te spannen door een dagvaarding daartoe aan Waterschap Rivierenland te laten betekenen. 

Bij gebreke van een tijdige reactie en kortgedingprocedure vervalt het recht om u tegen de voorgenomen uitgifte te verzetten en/of daarop een vordering tot schadevergoeding of welke andere aanspraak dan ook te baseren.  Waterschap Rivierenland en de gegadigde zouden immers onredelijk worden benadeeld indien pas na deze termijn alsnog tegen de (voorgenomen) uitgifte zou worden opgekomen.

Voor eventuele vragen kunt u ook telefonisch contact opnemen met de afdeling grondzaken van het Waterschap, bereikbaar op nummer: 0344-649113.

Uw reactie dient schriftelijk en voorzien van een motivering 5 juli 2024 door het Waterschap te zijn ontvangen op bovengenoemd e-mailadres. U ontvangt binnen twee weken na sluiting van de reactietermijn bericht.