Waterberging
Regenwater dat op een onverharde bodem valt, dringt voor een belangrijk deel in de bodem. Ter plaatse van verhard oppervlak zoals bebouwing en terreinverharding zal het regenwater nauwelijks in de bodem dringen: vrijwel al het water stroomt direct af naar het slotenstelsel. Dit betekent dat het waterpeil bij een flinke regenbui snel kan stijgen. Om te voorkomen dat wateroverlast ontstaat, is de aanleg van extra waterberging van belang.
In feite is waterberging extra ruimte in sloten. Hiermee kan (regen)water uit de omgeving worden opgevangen. Technisch gezien is waterberging de ruimte tussen het zomerwaterpeil in de sloot en de bovenzijde van de oever. Het waterschap bepaalt aan de hand van normbuien hoeveel waterberging nodig is. Er zijn vuistregels vastgesteld voor de benodigde waterberging in ruimtelijke plannen.
Normbuien
Bij een bui T=10+10% mag het waterpeil in de sloot in principe 0,30 meter stijgen. Dit is een regenbui die, volgens de statistieken, eenmaal per 10 jaar optreedt met 10% opslag vanwege klimaatsverandering. In het gebied Alblasserwaard en Vijfheerenlanden geldt voor die situatie een maximaal toelaatbare peilstijging van
0,20 meter vanwege de beperkte drooglegging in het gebied. Bij een regenbui (T100+10%) die op basis van de statistieken eenmaal per 100 jaar voorkomt (let op: dit is toch elk jaar weer 1% kans!), mag het waterpeil stijgen tot de laagste putdekselhoogte op wijkniveau.
Voor berekening van de benodigde waterberging voor ruimtelijke ontwikkelingen is in principe de bui T=10+10% maatgevend. Daarbij geldt als vuistregel dat er 436 m3 waterberging nodig is per hectare verharding. Deze vuistregel geldt alleen bij waterberging in open water. Voor watercompensatie in kunstmatige voorzieningen, zoals bijvoorbeeld wadi’s of kratten, geldt als vuistregel dat er 664 m3 waterberging nodig is per hectare verharding.
Hoe maak ik extra waterberging?
Extra waterberging kan worden aangelegd door:
- Sloten met minimaal 50cm te verbreden
- Realiseren van nieuwe sloten (in verbinding met het bestaande slotenstelsel)
- Aanleg van bijvoorbeeld natuurvriendelijke oevers
Het dieper maken van sloten heeft dus geen effect op de beschikbare waterberging. Het kan zelfs ongewenste effecten hebben, zoals het aantrekken van extra grondwater en kwel. Waterberging wordt bij voorkeur gerealiseerd in een water met een B-status. Voor de locatie geldt als voorkeursvolgorde:
- Waterberging binnen het plangebied
- Waterberging in de sloot die regenwater uit het plangebied afvoert
- Waterberging binnen hetzelfde peilgebied
Hoeveel extra waterberging is nodig?
Richtlijnen waterberging
Verhard oppervlak | Extra waterberging nodig? |
Afname verhard oppervlak ten opzichte van bestaande situatie | Nee |
Toename verhard oppervlak, met mogelijkheid om te infiltreren | Niet wanneer gebruik gemaakt wordt van een infiltratievoorziening. In het rivierengebied is infiltreren op de meeste plaatsen niet mogelijk. |
Toename verharding bij grootte plangebied tot 5 ha in stedelijk gebied | Ja. Vuistregel: 436 m3 waterberging per hectare verharding voor compensatie in open water of 664 m3 waterberging per hectare verharding voor compensatie in een technische voorziening (bv. in wadi’s of kratten). Bent u particulier? Dan bestaat er de mogelijkheid van een eenmalige vrijstelling van 500 m2 aan te vragen indien u deze niet eerder heeft benut. Er is dan geen compenserende waterberging nodig. In alle andere gevallen dient u compenserende maatregelen te treffen. De afdeling Vergunningen van Waterschap Rivierenland toetst of u in aanmerking komt voor de vrijstelling. |
Toename verharding bij grootte plangebied tot 5 ha in landelijk gebied | Ja. Vuistregel: 436 m3 waterberging per hectare verharding voor compensatie in open water of 664 m3 waterberging per hectare verharding voor compensatie in een technische voorziening (bv. in wadi’s of kratten). Bent u particulier? Dan bestaat er de mogelijkheid van een eenmalige vrijstelling van 1.500 m2 aan te vragen indien u deze niet eerder heeft benut. Er is dan geen compenserende waterberging nodig. In alle andere gevallen dient u compenserende maatregelen te treffen. |
Toename verharding bij grootte plangebied > 5 ha in stedelijk en/of landelijk gebied | Ja, maatwerkberekening via model (in overleg met waterschap) |
Rekenvoorbeeld
Een bedrijf breidt uit met een totale toename van 1.500 m2 aan bestrating en bebouwing in het stedelijk gebied. De compensatieberekening ziet er als volgt uit: 1.500*0,0436 m3 = 65,4 m3 waterberging nodig. Dat komt overeen met een wateroppervlak van circa 218 m2 op zomerwaterpeil (65,4 m3/ 0,3m peilstijging). Dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door een sloot over een lengte van ruim 100 meter met 2 meter te verbreden.
Hoosbuien
Het klimaat verandert in een snel tempo. De extreme hoosbuien die het KNMI had voorspeld voor 2050 komen nu al geregeld voor. Het jaar 2016 en wellicht ook 2019 waren de warmste jaren ooit gemeten. 2018 was extreem droog. Door de klimaatverandering is er meer kans op overstromingen, wateroverlast bij extreme hoosbuien en langdurige droogte en hittestress in steden. In de meeste gebieden is meer dan 50% in handen van particulieren. Meer hierover kunt u lezen op de website van de Unie van Waterschappen: https://www.uvw.nl/thema/duurzaamheid/ruimtelijke-adaptatie/.
Met een waterberging draagt ook u een steentje bij aan het voorkomen van zowel droogte als ondergelopen straten bij een hoosbui.
Meer informatie
- Waterschapsverordening (o.a. Afdeling 2.2 Graven en Afdeling 3.22 Afvoeren van hemelwater naar een oppervlaktewaterlichaam of een bergingsgebied)
- Legger wateren: welke status hebben de wateren binnen uw plangebied?
- Peilbesluiten: wat zijn de peilgebiedsgrenzen en vastgestelde waterpeilen?