Kadeversterkingen

Waterschap Rivierenland zorgt voor het beheer en onderhoud van de regionale keringen (kades) in het gebied Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Ruim 100 kilometer aan kades blijken niet aan de veiligheidsnorm te voldoen. Ze zijn niet hoog en/of stevig genoeg. Om de waterveiligheid ook in de toekomst te garanderen, is het noodzakelijk om de kades op orde te brengen. Ook zijn er andere wateropgaven zoals wateroverlast, watertekort, zoetwatervoorziening, waterkwaliteit en ligt er de doelstelling voor het creëren van nieuwe natuur. 

Kadeversterkingen in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden

Door aanpassingen aan het watersysteem wordt een belangrijk deel van de afgekeurde kades al op orde gebracht. Die aanpassingen zorgen ervoor dat we de waterpeilen beter kunnen beheersen. De kades hoeven daardoor op minder extreme pieken in het watersysteem te worden ingericht. Daarnaast kunnen we met intensiever toezicht en regulier onderhoud ervoor zorgen dat kades voldoen aan de veiligheidsnorm. De kades waarvoor een grotere ingreep nodig is om deze op orde te brengen gaan we versterken.

Het versterken doen we niet in één keer maar in twee rondes

We noemen ze tranche 1 en 2 (zie figuur 1). In tranche 1 gaat het vooral om kades die afgekeurd zijn op stabiliteit. Dit zijn met name de ‘groene’ kades langs Achterwaterschap, Nederwaard, Ammersche boezem, Ottolandsche Vliet, Peursumsche Vliet, Smoutjesvliet en Zouweboezem. In tranche 1 gaan we 17,6 km versterken en 5 km gaan we op hoogte brengen, de kade wordt dan niet breder. 
Tranche 2 bestaat uit boezemkades in het bebouwd gebied van de Alblasserwaard, langs de Alblas en Giessen. Deze kades zijn meestal afgekeurd omdat ze te laag zijn. De verkenningsfase (onderzoeksfase) van tranche 2 start pas over enkele jaren. In 2030 moeten alle kades op orde zijn.

Per deeltraject is een kaart beschikbaar. Binnenkort zullen deze kaarten gedetailleerder verschijnen op deze website. 

Figuur 1: de kades van tranche 1 (rood) en tranche 2 (blauw).

Alle deeltrajecten van tranche 1

Voor de 17,6 km kade die versterkt gaat worden is een voorkeursalternatief bepaald (zie kaartje hieronder). Een voorkeursalternatief is een globaal ontwerp voor de meest geschikte manier om dat deel van de kade op orde te brengen. Het voorkeursalternatief per kadedeel is gekozen uit verschillende kansrijke alternatieven. De kansrijke alternatieven zijn vergeleken op criteria zoals bijvoorbeeld veiligheid, technische uitvoerbaarheid, effecten op ruimtelijke omgeving, draagvlak, etc. 

Kaartje: voorkeursalternatieven kadeversterkingen tranche 1

De voorkeursalternatieven nader uitgelegd

  • Traditioneel: standaard ontwerp voor veilige kade zonder aanvullend belang. Kost wat ruimte.
  • Ecologie: overgang van droog naar vochtig, biodiversiteit. Kost extra ruimte. Wordt alleen gerealiseerd als de grondeigenaren daaraan willen meewerken.
  • Eigendom WSRL: veilige kade binnen grondgebied van Waterschap Rivierenland. Kost weinig ruimte.
  • Kortere levensduur want het waterschap moet eerder weer versterken.
  • Basis onderhoudsprofiel: kade optimaliseren voor beheer en onderhoud. Kost extra ruimte, maar door efficiënt beheer en onderhoud langere levensduur.
  • Maatwerk: nog te bepalen hoe versterking moet plaatsvinden.

Het eindrapport van Ingenieursbureau BWZ “Beoordeling en verkenning kadeversterking Alblasserwaard Vijfheerenlanden Tranche 1” met daarin de verschillende voorkeursalternatieven kunt u downloaden elders op onze website.  

Kansen voor natuurontwikkeling

De provincie Zuid-Holland heeft als doelstelling om meer nieuwe natuur te creëren in het gebied. Omdat we aan de slag gaan met de kades, kunnen we deze opgave meenemen in onze plannen. Voor de locaties langs de zuidelijke kades van Achterwaterschap en de Dwarsgang, onderzoeken we of er ecologische verbindingszones en natuurvriendelijke oevers aangelegd kunnen worden. Door het creëren van nieuwe natuur kunnen belangrijke diersoorten, zoals bijvoorbeeld de ringslang, zich gemakkelijker verplaatsen. De totale natuuropgave is ongeveer 28 hectare.  

Planuitwerkingsfase tranche 1

Medio 2022 zijn we gestart met de planuitwerkingsfase. In deze fase worden de voorkeursalternatieven tot op detailniveau nader uitgewerkt. We ontwerpen niet alle kades uit figuur 2 tegelijk. We splitsen ze op in deeltrajecten. Als het eerste ontwerp van een kade af is, nemen we contact op met de bewoners en eigenaren die langs deze kade gronden hebben of er wonen. Als eerste zijn we gestart met de Kortlandsche Kade.

De volgorde waarin wij starten met het ontwerp, betekent niet dat we ook in die volgorde gaan uitvoeren. De ene kade is meer complex dan de andere. Het verschilt ook per kade welke vergunningen we nodig hebben en of we nog grond van aanliggende eigenaren nodig hebben. 

Onderzoeken

Om goede ontwerpen te kunnen maken worden regelmatig onderzoeken gedaan. We willen bijvoorbeeld weten welke planten en dieren er op de kade leven. En of er nog bijzondere archeologie in de bodem zit. In de kades liggen veel kabels en leidingen. We onderzoeken waar ze precies liggen en welke kwaliteit ze hebben. Ook willen we weten welke kwaliteit de bodem nu heeft. Dit is een kleine greep uit alle onderzoeken die worden uitgevoerd.

Contact

Heeft u vragen? De omgevingsmanager voor de kadeversterkingen is:
Judith van Zandwijk, 06-38790740, j.van.zandwijk@wsrl.nl
 

Veelgestelde vragen 

Bekijk hieronder de veelgestelde vragen over de kadeversterkingen. Staat uw vraag hier niet bij? Neem dan contact op met een omgevingsmanager of mail naar kades kades-a5h@wsrl.nl

Algemeen

Uit welke fasen bestaat het project?

Het project bestaat uit de volgende onderdelen:

  1. Verkenningsfase: In deze fase hebben we bepaald welke kades versterkt moeten worden en welk deel nog niet. Ook hebben we een voorkeur voor het ontwerp gekozen (voorkeursalternatief). Deze fase is in juni 2022 beëindigd.
     
  2. Planuitwerkingsfase: In deze fase gaan we gedetailleerd ontwerpen. Hierbij voeren we gesprekken met direct belanghebbenden om wensen op te halen. Ook bereiden we in deze fase de benodigde vergunningen voor Deze fase is in juli 2022 gestart en loopt tot 2024.
     
  3. Uitvoeringsfase: in deze fase vindt de uitvoering plaats. De uitvoering vindt plaats tussen 2024 en 2030.
Worden alle kades in één keer op orde gebracht?

Nee, ten eerste is onderscheid gemaakt in de kades in het landelijk gebied (1e tranche) en bewoond gebied (2e tranche). We zijn nu bezig met de ontwerpen voor de 1e tranche. In de 1e tranche werken we met tien deeltrajecten.

Welke deeltrajecten heeft de 1e tranche?

De tien deeltrajecten zijn: versterkingsopgaves Kortlandsche Kade, Achterwaterschap, Dwarsgang, Peursumsche Vliet, Smoutjevliet noordoost, Smoutjesvliet noordwest, Smoutjesvliet maatwerk, Ammerse Kade/Kromme Elleboog, Zouwe Boezem en de hoogteopgave

Wat is de hoogteopgave?

Verspreid over de hele Alblasserwaard en Vijfheerenlanden zijn er verschillende stukken kades die sterk genoeg zijn, maar niet hoog genoeg. Deze stukken kade maken we alleen iets hoger. Dit kan op eigen grond van het waterschap.

Hoe urgent is de versterking? Moeten we ons zorgen maken over de waterveiligheid?

Nee, de kades die een direct risico vormden hebben we meteen versterkt. Dit zijn de Molenkade bij Groot-Ammers en een deel van de kade langs de Giessen in Noordeloos. De kades die we nog gaan verbeteren voldoen niet aan de eisen, maar zijn niet direct gevaarlijk.

Hoe veilig moet een kade zijn en wie bepaalt dat eigenlijk?

Algemene toelichting 

Zuid-Holland bestaat voor een zesde deel uit water en heeft in de veengebieden te maken met een daling van de bodem. Waterveiligheid is dus van groot belang in onze provincie. Zeker wanneer door klimaatverandering de zeespiegel stijgt, rivierafvoeren extremer worden en er meer regen valt. Een overstroming kan grote gevolgen hebben. Het is dus belangrijk om te zorgen voor de veiligheid van de inwoners en gebruikers van onze provincie. Naast de primaire waterkeringen gelegen langs de zee en rivieren spelen ook de regionale waterkeringen, de boezemkades, een belangrijke rol. Per gebied kijken we wat er nodig is om de waterveiligheid te borgen. Zo worden er veiligheidsnormen vastgesteld waaraan de waterkeringen moeten voldoen. Tegenwoordig noemen we dit “omgevingswaarden” voor de waterkeringen. Voor de primaire waterkeringen gebeurt dat in de landelijke wetgeving. Voor de regionale waterkeringen doet de provincie dat, in overleg met de waterschappen, in de Omgevingsverordening. De waterschappen moeten periodiek controleren of de waterkeringen nog aan de omgevingswaarden voldoen. Als de waterkering niet voldoet moet het waterschap maatregelen nemen om de veiligheid weer op orde te brengen. Dat kan zijn een dijkversterking, maar ook een aanpassing aan het stelsel van boezemwateren kan soms helpen.   

In de Alblasserwaard werkt Waterschap Rivierenland samen met de provincie Zuid-Holland en andere betrokken partijen aan de waterveiligheid in het gebied. 

Voorkeursalternatieven

Welke voorkeursalternatieven zijn er?

De alternatieven (mogelijkheden) om een kade te versterken zijn:

- Traditioneel: een grondoplossing, die volgens de huidige uitgangspunten (sober maar doelmatig ontwerp) voor een veilige kade zorgt. 

- Medegebruik: een grondoplossing waarbij het ontwerp wordt afgestemd de mogelijkheden voor (agrarisch) medegebruik.

- Ecologie: een grondoplossing die een ecologische meerwaarde heeft, die past bij de gewenste ecologische verbindingszone.  

- Eigendom WSRL: een grondoplossing waarbij het ontwerp wordt afgestemd op het beschikbare eigendom van het waterschap. Bij dit alternatief is geen grondverwerving nodig. 

- Basis onderhoudsprofiel: een grondoplossing waarbij het ontwerp wordt uitgewerkt op basis van de uitgangspunten voor een optimaal beheer en onderhoud vanuit de afdeling Beheer & Onderhoud van het waterschap. 

- Constructie: in dit alternatief wordt een constructieve oplossing, bijvoorbeeld een damwand, toegepast in de kruin van de kade of aan de onderzijde van het binnentalud.

Hoe hebben jullie het voorkeursalternatief gekozen?

De keuze hebben we in twee stappen gemaakt.

1. We hebben eerst de niet logische of minder wenselijke opties laten afvallen. Een alternatief is bijvoorbeeld niet wenselijk omdat het slecht uitpakt voor de natuur of landbouw, of het is simpelweg moeilijk uitvoerbaar of erg duur.
Na deze stap blijven de kansrijke alternatieven over.

2. De kansrijke alternatieven zijn met elkaar vergeleken. Daarbij hebben we een aantal belangrijke criteria bekeken, zoals betaalbaarheid, duurzaamheid, veiligheid en draagvlak. Het alternatief dat de beste beoordeling heeft, is als voorkeursalternatief gekozen.
 

Is er rekening gehouden met belangen van omwonenden en grondeigenaren in de keuze voor een voorkeursalternatief

Ja. De effecten van een alternatief op de omgeving zoals bebouwing, natuur en landschap zijn meegenomen in de afweging. Het draagvlak van direct belanghebbenden is een van de onderdelen die meewegen in de keuze voor een voorkeursalternatief. Alternatieven die veel ruimte kosten zijn daarom op dit onderdeel slecht beoordeeld.
 

Is het voorkeursalternatief precies hoe de kade eruitziet na de versterking?

Nee, niet exact. Een voorkeursalternatief geeft de richting aan voor de uitwerking in het ontwerp. Bij alle voorkeursalternatieven is nog ruimte voor optimalisatie. Bovendien is in sommige gevallen ook maatwerk mogelijk om specifieke wensen te realiseren. Als het eerste ontwerp klaar is, bespreken we deze met de direct belanghebbenden.
 

Grondverwerving

Is een perceeleigenaar verplicht om grond af te staan voor de kadeversterking?

De kadeversterking is nodig om een veilige woon- en werkomgeving te maken. We kunnen de kadeversterking niet overal op grond van het waterschap uitvoeren. Dit betekent dat we ook grond van aangrenzende perceeleigenaren nodig hebben. We proberen daar altijd in overleg afspraken over te maken (minnelijke grondverwerving). Als dit niet lukt, kan het waterschap besluiten om te gaan onteigenen.

Krijgen eigenaren grond op een andere locatie terug als er grond wordt ingeleverd?

Allereerst streven we ernaar de grond te ruilen daar waar we grond nodig hebben. Het waterschap is zich ervan bewust dat agrariërs liever geen grond inleveren. We weten echter nooit van tevoren of ruilen of kopen gaat lukken. 
 

Moeten er woningen of bedrijfspanden worden gesloopt voor de kadeverbetering?

De kades die in tranche 1 worden versterkt, hebben weinig bebouwing. Op enkele plekken (en dan met name bij Goudriaan, Groot-Ammers) is wel sprake van bebouwing. Ons uitgangspunt is dat er geen bebouwing gesloopt hoeft te worden.
 

Bomen - Flora en Fauna

De voorkeursalternatieven zien er ‘kaal’ uit. Nu staan er bomen op de kade. Komen deze terug?

In de planuitwerkingsfase gaan we nauwkeurig kijken wat er moet gebeuren met objecten, waaronder bomen, die op of in de buurt van de kade staan. We proberen zoveel mogelijk bomen te behouden maar dit zal niet altijd lukken.
 

Zouweboezem

Betekent een kadeversterking dat de waterstand in de Zouweboezem omhoog gaat?

Nee, de waterstand gaat dan niet omhoog. Het gaat uit van het nu vastgestelde peilbeheer. Dit project houdt geen verband met een eventuele peilwijziging van de Zouweboezem.
 

Ecologische verbindingszone (EVZ) Achterwaterschap en Dwarsgang

Wat is een ecologische verbindingszone?

Een ecologische verbindingszone (EVZ) is een verbinding tussen natuurgebieden. Deze verbindingen maken deel uit van het Natuurnetwerk Nederland (NNN, vroeger de Ecologische Hoofd Structuur). Ecologische verbindingszones zijn nodig om het verplaatsen van dieren en planten tussen natuurgebieden mogelijk te maken. Dit gaat de versnippering van natuur en het geïsoleerd raken van dier- en plantensoorten tegen. Anders verliezen natuurgebieden hun waarde.

Waarom komt de ecologische verbindingszone langs de kade?

EVZ’s worden vaak langs watergangen aangelegd voor verschillende doelstellingen. Het waterschap zet zich in voor schoon water. Planten en dieren hebben daar baat bij. Natuur en water profiteren dus van elkaar. Inrichtingsmaatregelen voor de Kaderrichtlijn water, zoals natuurlijke oevers, dragen bij aan het realiseren van ecologische verbindingszones. De aanleg van riet en ondiepten langs waterlijnen (boezems en sloten) heeft een reinigende werking op het water en biedt de vis een plek om te paaien. De hellingen van de kades zijn geschikt voor een groene kruidenrijke grasrand. Daarom trekt het waterschap nauw op met de provincie Zuid-Holland, die verantwoordelijk is voor natuur.

Kunnen grondeigenaren langs een EVZ een rol spelen bij de aanleg of onderhoud?

Particulieren kunnen subsidie krijgen als zelfrealisator voor een stuk EVZ en/of stapstenen langs de kadeversterking. Een zelfrealisator zorgt zelf voor de aanleg en het beheer. Bij de subsidieaanvraag krijgen zij, als ze dat wensen, ondersteuning van de provincie. 
Voor de natuur, die het waterschap aanlegt, onderzoekt het waterschap samen met de provincie Zuid-Holland en belangenorganisaties zoals Collectief Alblasserwaard Vijfheerenlanden en den Hâneker naar de mogelijkheden voor het natuurbeheer. Lokale grondeigenaren kunnen zich bij een (nieuw) collectief aanmelden en dan een rol spelen bij het beheer en onderhoud. Daarvoor is het van belang om te weten of hiervoor voldoende animo is.

Is een perceeleigenaar verplicht om grond af te staan voor de realisatie van de EVZ?

Voor de aanleg van de EVZ onteigent het waterschap geen grond. Grondverwerving voor de EVZ gebeurt in dit project op vrijwillige basis.

Waarom ligt de ecologische zone aan de zuidkant en de noordkant van de Dwarsgang?

Het waterschap en de provincie hebben eerst alleen de zuidkant van de Dwarsgang als zoekgebied voor de EVZ aangewezen. We verwachtten dat daar de meeste kansen liggen en op de hele zuidzijde kadeversterking plaats zou vinden. Nu blijkt dat er kadeversterking op gedeelten aan de noord én zuidkant plaatsvindt. Het zoekgebied voor de EVZ is daardoor vergroot.  Het waterschap en de provincie gaan graag in overleg met grondeigenaren aan de noordkant en aan de zuidkant van de Dwarsgang die bereid zijn grond ecologisch in te (laten) richten als een ecologische strook en/of stapsteen.

Wanneer moet ik beslissen?

In het derde kwartaal van 2023 komen we bij u langs om uw interesse te peilen. Als u besluit mee te doen, gaan we met elkaar in gesprek over de invulling van uw bijdrage. Uiterlijk eind 2023 geeft u uw intentie aan om mee te doen. Het waterschap start daarna met de definitieve ontwerpen en de minnelijke grondverwerving. Het waterschap verwacht in 2025-2026 de kade te versterken.

Hoeveel kost de aanleg?

De hoogte van de investering verschilt per gebied en per plan. Dit hangt af van verschillende factoren, bijvoorbeeld of het een strook of stapsteen is, aan welke zijde van de teensloot (bereikbaarheid) en hoeveelheid grondverzet nodig is. Op basis van een ontwerp wordt een gespecificeerde begroting gemaakt. De (minnelijke) verwerving van gronden of het waardeverschil bij functieverandering van landbouwgrond naar natuur gaat via een taxatie.

Voor subsidie via SKNL (optie 2) werkt provincie Zuid-Holland met een maximum bedrag aan kosten per hectare voor een bepaald natuurdoel. 

Wie betaalt dit?

Afhankelijk van de gekozen optie, betaalt provincie Zuid-Holland het waterschap voor de realisatie van de aanleg. Of wordt de aanleg via SKNL vergoed (optie 2) en in het geval van optie 3 zullen de middelen uit NSP of Gebiedsgerichte Aanpak worden ingezet. De mogelijke financieringsmiddelen voor optie 3 zijn nu nog niet bekend.

Wat houden de natuurtypen vochtig hooiland en moeras in?

Beide doeltypen natuur hebben op de site van Bij12 een uitgebreide beschrijving met mate van beheer en doelsoorten. Deze kunnen handvatten bieden voor het zelf invullen van natuurtypen. 

Vochtig hooiland is nat grasland dat niet wordt bemest. Om dit natuurtype te realiseren is het nodig de voedselrijke toplaag te verwijderen en het daarna een á twee keer per jaar te maaien. Het kan in dit gebied ook ingevuld worden als een brede natuurvriendelijke oever met bovenstaande graslandvegetatie.

Veenmoeras is erg nat land. In dit gebied kan dit ingevuld worden als brede natuurvriendelijke oevers met riet, lisdodde, gele lis en andere oeverplanten.

Wat als mijn buurman zelf wil realiseren en ik niets wil doen?

Hoeveel een boer bij wil dragen (optie 1 of 2) kan verschillen. Als er voldoende animo is, is het mogelijk om met de opties 1 en 2 invulling te geven aan de EVZ.
Bij grote verschillen tussen boeren bewaakt WSRL de inpasbaarheid in relatie tot de kadeversterkingsopgave.

Is er al grond aangekocht die zal worden ingericht voor de EVZ?

Zowel langs het Achterwaterschap als langs de Dwarsgang is in totaal al ca. 1400 m aangekocht om de kade te versterken en een strook in te richten als EVZ. 

Wat gebeurt er als er onvoldoende animo is vanuit de agrariërs om aan de slag te gaan met de EVZ?

Op korte termijn gebeurt er dan niet zoveel. Waterschap Rivierenland gaat dan aan de slag met het versterken van de kades. Niets doen is in deze fase een optie, wel is na 2023 het moment van meekoppelen met optie 1 en inspraak voor agrariërs voorbij. Over optie 2 is altijd te praten. Optie 3 of geen keuze wordt meegenomen in een proces dat buiten de samenwerkingsovereenkomst met de provincie valt. De EVZ-opgave blijft daarmee bestaan maar komt terug in het proces van de GGA/NPLG. De natuurontwikkeling voor de EVZ is nu nog op basis van vrijwilligheid. Maar of dat na deze fases nog zo is, is nog geen zicht op.

Wat betekent de EVZ voor mijn mestplaatsingsruimte?

Het realiseren van natuurgronden en de vergoeding die hier tegenoverstaan, gaan ten koste van mestplaatsingsruimte. Misschien is het mogelijk deze (deels) te behouden in optie 3. Binnen opties 1 en 2 is daadwerkelijke bemesting in strijd met het realiseren van de natuurdoelen en is binnen de ecologische verbinding niet mogelijk.

Kan ik extra grond beheren wanneer er veel animo is voor optie 1?

Als agrariërs hier interesse in hebben, kan dit een mogelijkheid zijn. Nu gebeurt dit vaak per inschrijving. Laat ons weten als u interesse hebt in natuurbeheer.

Hoeveel beheersvergoeding ontvangt een grondeigenaar?

Een grondeigenaar ontvangt een afwaarderingsubsidie voor de waardedaling van grond. Deze waardedaling wordt bepaald door het verschil tussen de getaxeerde landbouwkundige waarde en de getaxeerde waarde na inrichting/omzetting naar natuur. Er is SNL-subsidie beschikbaar om natuurgronden te beheren. Voor de hier relevante natuurbeheertypen is dit € 1.356,00 (vochtig hooiland), € 644,66 (veenmoeras; in te vullen als natuurvriendelijke oevers) en Kruiden- en faunarijkgrasland (€ 258,04) per hectare per jaar. De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd.

Heeft u gevonden wat u zocht?