Ecologische Verbindingszone langs Achterwaterschap en Dwarsgang

Op deze pagina vindt u informatie over het versterken van de boezemkades in de Alblasserwaard en de aan te leggen ecologische verbindingszone. We lichten toe welke doelstellingen er zijn en ook vindt u informatie over het proces en de doorlooptijd. 

Heeft u na het lezen behoefte aan meer informatie, neem dan contact op met Judith van Zandwijk van Waterschap Rivierenland via A5H@wsrl.nl. Onder ‘veel gestelde vragen’ op de pagina Kadeversterkingen kunt u wellicht uw vraag al vinden. 

Toelichting op werkzaamheden versterken van de kades

Waterschap Rivierenland gaat de komende jaren de boezemkades langs een deel van het Achterwaterschap en de Dwarsgang versterken. Om deze kades te kunnen versterken, is extra grond nodig. Deze grond is grotendeels landbouwgrond en in eigendom van boeren. Het waterschap gaat daarom in de tweede helft van 2023 in gesprek met grondeigenaren over de aankoop van grond. De werkzaamheden moeten uiterlijk 2030 klaar zijn.

Toelichting op de natuuropgave

Vanuit het Rijk ligt er een natuuropgave in dit gebied om een ecologische verbindingszone (EVZ) te realiseren tussen aangrenzende natuurgebieden. De provincie voert deze opgave uit. Hiermee verbetert de ecologische hoofdstructuur en wordt de biodiversiteit groter. Dit geeft kwetsbare planten en dieren in de Alblasserwaard meer ruimte en nieuwe leefgebieden. Hun overlevingskans vergroten hierdoor. Zo werkt de provincie aan een robuustere groene ruggengraat in Zuid-Holland.

Er zijn dus twee opgaven op één plek. Het waterschap en de provincie onderzoeken daarom of ze de versterking en de natuuropgave gelijktijdig kunnen realiseren. De belangen van de boeren worden hierin meegenomen.

Deze natuuropgave is al langer bekend, maar de einddatum waarop de EVZ moet zijn aangelegd komt nu wel snel dichterbij. De afspraak met het Rijk is om de EVZ uiterlijk 2027 te realiseren.

Een EVZ is onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Meer informatie over het Natuurnetwerk Zuid-Holland is te vinden op de website van de provincie Zuid-Holland.

Belangen grondeigenaren

De belangen van boeren en andere grondeigenaren wegen zwaar mee in de plannen voor het realiseren van een EVZ. Daarom gaan we in gesprek met alle perceeleigenaren langs de kades waar kadeversterking nodig is. Zij ontvangen hierover in de tweede helft 2023 een brief. Op deze projectpagina staat alle informatie en de mogelijke keuzes. De informatie is vooral gericht op boeren in verband met hun bedrijfsvoering. Voor de andere grondeigenaren gelden dezelfde keuzes, maar zijn de voor- en nadelen wellicht iets anders.

Boeren en andere perceeleigenaren nemen vrijwillig deel aan dit proces. De wens vanuit het waterschap én de provincie, is om de EVZ gezamenlijk vorm te geven en in een minnelijk traject (op basis van vrijwilligheid). De natuuropgave blijft echter staan. Ook als u als perceeleigenaar niet meedoet. Niet meedoen is een optie, maar geeft later in het proces minder mogelijkheden om te kunnen kiezen hoe de EVZ wordt vormgegeven.

Hieronder geven we aan hoe het proces eruitziet, wat de planning is en welke mogelijkheden er zijn. Bij de mogelijkheden is aangegeven welke consequenties de verschillende opties hebben.

Inrichtingsmogelijkheden

Ligging EVZ

Op onderstaand kaartje is de beoogde EVZ weergegeven als groene pijl. De EVZ loopt vanaf de Hoge Boezem bij Kinderdijk aan de zuidzijde van het Achterwaterschap, langs de Ammerse Boezem en de Dwarsgang naar Smoutjesvliet.  
 

Kaartje met weergave Ecologische Verbindingszone vanaf de Hoge Boezem bij Kinderdijk aan de zuidzijde van het Achterwaterschap, langs de Ammerse Boezem en de Dwarsgang naar Smoutjesvliet.

De EVZ zoals die hierboven op het kaartje staat, verbindt verschillende gebieden. Een EVZ bestaat uit stapstenen die met elkaar verbonden zijn door een ‘corridor’. Een corridor is een soort gang waar bepaalde dieren (zie kopje: doelsoorten) zich door kunnen voortbewegen.  
Stapstenen bieden vervolgens de ruimte voor dieren om eten te zoeken en/of om zich voort te planten.  De strook waar de EVZ beoogd is, heeft een breedte van tussen de 7 en 50 meter. Het is ook mogelijk een stapsteen (1 – 3 ha) aan te leggen waar doelsoorten kunnen foerageren en voortplanten.

Hoe kan de EVZ eruit komen te zien?

Om de EVZ te laten functioneren is het van belang dat er genoeg stapstenen zijn en dat deze goed verbonden zijn met elkaar. De exacte maatvoering en aantallen stapstenen is nog nader in te vullen. Ook moet de EVZ voldoende robuust zijn en een goede balans tussen breedte (corridor) en oppervlakte (stapstenen) hebben (zie de onderstaande afbeelding).

Schematische voorstelling van de mogelijke vormgeving van een EVZ, bestaande uit een brede corridor (boven) of een smallere corridor met stapstenen (onder).
Schematische voorstelling van de mogelijke vormgeving van een EVZ, bestaande uit een brede corridor (boven) of een smallere corridor met stapstenen (onder).

Hoe ziet een stapsteen eruit? 

Belangrijke factoren voor een stapsteen zijn de beschikbare oppervlakte en de eisen die beoogde soorten flora en fauna stellen. U kijkt samen met een ecoloog hoe de stapsteen eruit gaat zien. Als voorbeeld ziet u hieronder een stapsteen die via zelfrealisatie is aangelegd langs het Achterwaterschap. 

Voorbeeld stapsteen Achterwaterschap

Hoe kan een corridor eruit komen te zien?

Een smallere corridor is op verschillende manieren in te vullen. Dit is afhankelijk van de breedte die beschikbaar is. Ook is, afhankelijk van het animo, de lengte doorlopend of met gaten. Een paar voorbeelden van de oeverzones staan hieronder.

Voorbeelden oeverzones

Doelsoorten binnen de opgave van de EVZ 

De provincie heeft de volgende doelsoorten bepaald voor de EVZ langs het Achterwaterschap en de Dwarsgang:  

Doelsoorten voor de EVZ langs het Achterwaterschap en de Dwarsgang
Zoogdierenotter, bever, dwergmuis, waterspitsmuis, noordse woelmuis, hermelijn, wezel, bunzing 
Amfibieënheikikker, kamsalamander, rugstreeppad, ringslang 
Libellenbruine korenbout, vroege glazenmaker, bruine glazenmaker, glassnijder, groene glazenmaker, plasrombout 
Vlindersargusvlinder, zwart sprietdikkopje, oranjetipje 
Sprinkhanenmoerassprinkhaan 
Vissenbittervoorn, grote modderkruiper, snoek, kroeskarper, zeelt 
Slakkenplatte schijfhoren, zeggekorfslak. 

Vogels die de EVZ (kunnen) benutten als broed- of voedselbiotoop zijn: moeras-, water en weidevogels zoals slobeend, zomertaling, purperreiger, roerdomp, fuut, porseleinhoen, kievit, watersnip, grutto, tureluur, gele kwikstaart, blauwborst, grote karekiet, snor, graspieper. 

De doelsoorten zijn afhankelijk van brede natuurvriendelijke oevers. Denk aan wat ruigere oevers met riet, lisdodde gele lis en zeggen afgewisseld met natte (niet bemeste) gras- en hooilandvegetaties met verschillende bloemen en planten en her en der wat struiken.

Voorbeeld planten

Binnen de EVZ is ruimte voor biodiversiteit en verschillende soorten planten. Een aantal voorbeelden zijn hieronder afgebeeld.

Boven van links naar rechts: Egelboterbloem, Brunel, Moerasspirea Onder van links naar rechts: Spaanse Ruiter, Gevleugelde Hertzooi, Koekoeksbloem
Voorbeeld reeds aanwezige hooilandvegetatie bij het Achterwaterschap
Voorbeeld reeds aanwezige hooilandvegetatie bij het Achterwaterschap
Voorbeeld van een moerassige oevervegetatie

Wat zijn de mogelijkheden voor realisatie?

Er zijn verschillende mogelijkheden om de EVZ samen met de kadeversterking te realiseren. Het uitgangspunt is vrijwillige medewerking van de grondeigenaar. De verschillende mogelijkheden zijn:

Waterschap Rivierenland realiseert de EVZ

Met deze optie legt waterschap Rivierenland de EVZ gelijk aan met de kadeversterking. De landbouwgrond wordt omgezet naar NNN-grond. Daarvoor koopt waterschap Rivierenland extra grond voor de kadeversterking en de EVZ. De Provincie Zuid-Holland stelt hiervoor geld beschikbaar. De grond voor natuur komt in bezit van waterschap Rivierenland. Het waterschap bepaalt samen met de provincie hoe het gebied eruit komt te zien. De doelsoorten en bijbehorende natuurtypen (NNN) passen bij natuurdoelstellingen van de provincie.

Als de NNN en eventuele stapstenen zijn aangelegd, gaat waterschap Rivierenland op zoek naar een terrein beherende organisatie (TBO), natuurcollectief of een boer (aangesloten bij een natuurcollectief). Het waterschap gaat de natuurgrond niet beheren Bij voorkeur wordt de grond ook aan de beheerder verkocht. Vóór realisatie moet het perspectief op het beheer in beeld zijn. Beheerders die eigenaar van de grond worden, komen in aanmerking voor SNL-subsidie om natuurgrond te beheren.

In deze optie verkoopt de boer zijn grond aan waterschap Rivierenland en is hij verder niet betrokken. Het voordeel hiervan is dat je als boer geld ontvangt en verder geen omkijken meer hebt naar de realisatie van de EVZ. Nadeel van deze optie is dat je als boer mestplaatsingsruimte verliest door de verkoop van grond. Landbouwgrond wordt omgezet naar NNN, waardoor het landbouwareaal afneemt. Door verkoop heeft de boer niet langer zeggenschap over de realisatie van natuur. Tevens bestaat een risico op planologische schaduwwerking. Het waterschap kijkt, waar mogelijk, of er ruilgrond beschikbaar is. Dit is echter niet op alle plaatsen het geval.

Boeren realiseren zelf natuur

Een tweede mogelijkheid is dat boeren zelf de EVZ met NNN-doelen realiseren op eigen grond. Dat betekent dat landbouwgrond eenmalig wordt afgewaardeerd naar natuur. De boer houdt de regie op het proces van afwaarderen, aanleg en uitvoering van de werkzaamheden. Afwaardering en proces- en inrichtingskosten worden vergoed met SKNL-subsidie.

Voordeel van deze optie is dat de boer eigenaar is en blijft en ook eindgebruiker van de grond blijft. 
Bovendien ontvangt de grondeigenaar een afwaarderingsubsidie voor de waardedaling van de grond. Deze waardedaling wordt bepaald door het verschil tussen de getaxeerde landbouwkundige waarde en de getaxeerde waarde na inrichting/omzetting naar natuur. Er is SNL-subsidie beschikbaar om natuurgronden te beheren. Voor de hier relevante natuurbeheertypen is dit € 1.356,00 (vochtig hooiland), € 644,66 (veenmoeras; in te vullen als natuurvriendelijke oevers) en kruiden- en faunarijkgrasland (€ 258,04) per hectare per jaar. De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd. Sommige zuivelfabrieken bieden een hogere melkprijs aan boeren die ook natuur beheren.

Een nadeel is echter, dat de landbouwbestemming en mestplaatsingsruimte op deze NNN-grond verdwijnen. Ook is er een risico op planologische schaduwwerking. 
 

Boeren maken een eigen voorstel

Een derde optie is de mogelijkheid voor boeren om met een eigen voorstel te komen om zelf invulling te geven aan de natuurdoelen en deze te overleggen met de provincie. Deze optie is doel-gestuurd en laat de boer vrij om met ideeën te komen met welke middelen hij de doelen haalt. Dit in tegenstelling tot de eerste twee opties waar het NNN de doelen bepaald. De bestaande financiële middelen zijn gericht op het halen van die doelen. De natuurdoelen laten ruimte om met een andere invulling dan NNN te komen, zolang maar geborgd kan worden dat aan de doelen van de EVZ kan worden voldaan. Deze doelen staan vast en een voorstel moet er op zijn gericht dat de doelsoorten zoals op de vorige pagina’s staan genoemd zich kunnen verplaatsen tussen de daar genoemde natuurgebieden.

De doelsoorten zijn afhankelijk van brede natuurvriendelijke oevers. Denk aan wat ruigere oevers met riet, lisdodde gele lis en zeggen afgewisseld met een natte (niet bemeste) gras- en hooilandvegetaties met verschillende bloemen.

Voor de provincie is het erg belangrijk dat de EVZ er komt én blijft bestaan. Dat wil de provincie planologisch borgen. Het afwaarderen van landbouwgrond naar natuur (met uiteindelijk in het bestemmingsplan de functieverandering van de grond) is een middel van planologische borging. Maar dit is niet de enige manier.  

De provincie staat er voor open om samen met boeren te onderzoeken welke andere mogelijkheden er zijn om de afspraken zo vorm te geven dat dit ook bedrijfseconomisch aantrekkelijk is. En om te kijken of de hierboven beschreven natuurdoelen te realiseren zijn en het planologisch te borgen is. Dit wordt geïntegreerd in de gebiedsgerichte aanpak uit het Nationaal Programma Landelijk Gebied.

Het realiseren van een boerenvoorstel is ambitieus. Voordeel van deze optie is een grotere betrokkenheid van boeren op de natuurdoelstellingen. Daarnaast houdt de boer het bij deze optie voor het zeggen op zijn eigen grond. Nadeel is dat op dit moment nog niet precies bekend is welke mogelijkheden het Nationaal Strategisch Plan en de Gebiedsgerichte aanpak uit het Nationaal Programma Landelijk Gebied bieden om de aanleg, het onderhoud en beheer te financieren. Hierover zal in 2023 en 2024 meer duidelijkheid moeten komen.

De uitwerking van dit proces verloopt in verschillende fasen:

Fase 1: augustus - oktober 2023

Grondeigenaren met grond langs het Achterwaterschap en de Dwarsgang waar ook kadeversterking plaatsvindt worden in het derde kwartaal van 2023 bezocht om te bespreken of en hoe zij in dit proces willen aanhaken. Tijdens een keukentafelgesprek wordt besproken welke werkzaamheden het waterschap gaat uitvoeren. Daarnaast bespreken we welke opties er zijn voor natuurontwikkeling en of de boer mogelijkheden voor zichzelf ziet om hier een rol in te spelen. Als dit het geval is, bespreken we op welke wijze de boer deze rol wil vervullen. Als een boer besluit niet te willen deelnemen, dan respecteren het waterschap en de provincie dit. Het waterschap voert dan alleen de kaderversterking uit.

Waar geen kadeversterking plaatsvindt, maar wel een natuuropgave ligt, gaat de natuuropgave en de wijze van participatie door grondeigenaren via het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied lopen (ZH-PLG). 

Over de werkzaamheden aan de kadeversterking kunt u meer lezen op de projectpagina over de kadeversterking. 

Afhankelijk van de uitkomst van de keukentafelgesprekken wordt het proces vervolgd.

Fase 2: oktober 2023 t/m juni 2024

Als de boer kiest voor de eerste optie (realisatie van NNN-gebied door waterschap Rivierenland) wordt de grond door waterschap Rivierenland aangekocht. Het waterschap en de provincie maken daarna de plannen voor de te realiseren EVZ/stapstenen. De EVZ wordt gelijktijdig met de kadeversterking aangelegd. 

Als de boer kiest voor optie twee (zelfrealisatie), stelt de boer een natuurplan op met een ecoloog. Deze natuurplannen worden aan provincie Zuid-Holland voorgelegd en betaald met SKNL subsidie. Als het in de planning past, kan de natuur tegelijk met de kadeversterking worden aangelegd. De boer betaalt dan het gedeelte van de aanleg van de natuur.

Als boeren zelf met een eigen invulling komen van de EVZ (optie drie) wordt dit niet meegenomen met de kadeversterking. De uitwerking hiervan komt binnen het gebiedsproces van het NPLG te liggen. 

Als de plannen definitief zijn worden de benodigde vergunningen aangevraagd.
 

Fase 3: Realisatie 2025 - 2027

Na goedkeuring van het inrichtingsplan en de benodigde vergunningen kan de aanleg van de EVZ en/of stapstenen starten. Daar waar gewenst en mogelijk, wordt dit tegelijk uitgevoerd met de werkzaamheden aan de kades (optie 1 of 2).

Fase 4: vanaf 2027

Beheer en onderhoud na oplevering.

Heeft u nog vragen?

Tijdens de keukentafelgesprekken zullen we uw vragen graag beantwoorden. U kunt ook contact opnemen met Judith van Zandwijk van waterschap Rivierenland via A5H@wsrl.nl.