12 februari 1273: het eerste waterbestuur in het rivierengebied

De oudste vermelding van waterschapsbestuur in het werkgebied van Waterschap Rivierenland is ook de eerste vermelding van de legendarische Grote Waard. Langs de Maas versterkt graaf Floris V van Holland zijn grip op het water en op de grens met Gelre, Brabant en Kleve. Wat gebeurde er precies 750 jaar geleden?

Als de jonge graaf en de heer van Heusden op zondag 12 februari 1273 hun overeenkomst sluiten over dijkbeheer langs de Maas, zijn die dijken niet nieuw. Gemeenschappen op hogere oeverwallen beschermen hun grond met kades. Langs de rivier heten ze dijken, haaks op de rivier leiden ‘zijwendes’ het water naar het lagere achterland. Na de grote ontginning van het Hollandse veen sinds ongeveer het jaar 1000 ligt dat land steeds lager ten opzichte van de rivieren. De bodem daalt door inklink en wateroverlast neemt toe.

De dijk sluit

Ook tussen de Hollandse steden Dordrecht en Geertruidenberg krijgt regionaal waterbeheer vorm in de dertiende eeuw. Dijken tussen dorpen groeien aan elkaar, waardoor een ‘ringdijk’ ontstaat rondom een agrarisch gebied. De Hollandse graven moedigen dit actief aan: zo kregen de heren van Altena en Horne al te horen dat zij stroompjes als de Werken en de Alm moesten afdammen en de dijk langs de Merwede sluitend moesten maken.

Nieuw in 1273 is dat de graaf van Holland voor het eerst in dit gebied een regionaal waterbestuur instelt – de vroegste voorloper van het huidige Waterschap Rivierenland. Bovendien is in de akte met Heusden voor het eerst sprake van de Grote Waard.

Graaf Floris V van Holland (rechts) en zijn vader, rooms-koning Willem II, op een 15de-eeuwse tekening.

De akte: schouw en heemraden

De originele akte van 1273 ging verloren, maar een kopie van omstreeks 1330 bleef bewaard in de grafelijke stukken. De kopie is gemaakt door monniken in Dordrecht en draagt het stadszegel. In de akte draagt Jan, heer van Heusden, de schouw op de Zijwinde en de ‘Hoefdijck’ tot aan het gebied van de heer van Altena over aan Floris, graaf van Holland. Bij Veen markeren de Kaaie Poale de grens met Altena nog altijd. De Hoefdijck (hoofddijk) is de Hoge Maasdijk tot bij Haarsteeg. Daar begint de Zijwinde (nu Inlaag- en Voordijk) tot aan Vlijmen. Het zuidelijke deel valt in het huidige waterschap Aa en Maas. Vooral de oude rivierdijk langs de inmiddels Afgedamde Maas volgt nog altijd hetzelfde traject. Omdat recente dijkversterkingen vermeden werden met de aanleg van de Kromme Nol kering, behield deze dijk haar oude, smalle vorm.

De Kaaie Poale op de Hoge Maasdijk markeren de historische grens tussen Heusden en Altena.

Heer Jan staat dus een belangrijke bevoegdheid af aan graaf Floris. De schouw zullen ze vervolgens samen laten uitvoeren, volgens strikte regels. Drie maal per jaar, met afspraken over herstel en kosten, boetes en vrijstellingen. Twaalf heemraden houden toezicht: vier uit het Land van Heusden, twee uit het Land van Altena en zes uit Holland. Die laatsten krijgen een doorslaggevende stem. Zo heeft Floris grip op het waterbeheer in een gebied dat in de akte in het Latijn ‘Magna Insula’ wordt genoemd: de Grote Waard. Onder het origineel moeten de zegels hebben gezeten van heer Jan van Heusden en zeven edelen. Onder hen zijn de graaf van Kleve, de heer van Altena en heer Willem van Brederode - een vertrouweling van graaf Floris, die later grote lenen krijgt toebedeeld in de Alblasserwaard.

In de akte benadrukt Floris dat “die van Dordrecht met hun goederen vrij zullen varen”. Dordrecht is in Holland een economische grootmacht, met stadsrechten sinds 1220. Steden als Amsterdam en Rotterdam staan nog in de kinderschoenen.

De grafelijke akte (kopie omstreeks 1330), Nationaal Archief, Den Haag.

Grote Waard: water, welvaart en invloed

Met de akte organiseert graaf Floris het waterbestuur in de Grote Waard, een enorme agrarische landstreek tussen Dordrecht, Geertruidenberg en Heusden. In het oosten is van belang dat de Maas in de dertiende eeuw haar loop verlegt: van beneden Heusden naar Woudrichem. Floris moet de schouw op de Maasdijk hebben geregeld, wetend dat nog datzelfde jaar het Oude Maasje wordt afgedamd. In de zomer van 1273 klaren de monniken van de Abdij van Berne die klus: bij Hedikhuizen sluiten zij de Maasdijk.

Grote Waard omstreeks 1400. Kaart: Willem Janssen. Uitsnede en toevoeging in paars: de ‘Heusdense’ dijk en in grijs de ‘Altenase’ dijk.

Graaf Floris heeft meerdere redenen om zich met het waterbeheer te bemoeien. De eerste is de schatkist: zonder wateroverlast levert het land meer op. Bovendien dragen veilige waterwegen bij aan een goede handelspositie en dus aan opbrengsten uit tol. De vermelding van de Dordtse goederen is niet voor niks. De tweede reden is dat de graaf via het water zijn bestuurlijke macht vergroot. En dat is zeker in de oostelijke hoek van de Grote Waard van belang: hier grenst Holland aan Brabant en Gelre. Rivieren vormen natuurlijke grenzen en nu de Maas een nieuwe monding heeft, schuift alles. Lokale heren zien kansen. Hun versterkingen zijn nog steeds herkenbaar in de kastelen Ammersoyen, Nederhemert en Slot Loevestein. Er is Floris veel aan gelegen om Heusden in zijn invloedssfeer te trekken. Later zal heer Jan van Heusden zelfs beweren dat de Hollandse graaf loyaliteit afdwong, ten nadele van Kleve – een graafschap dat hier ook eeuwenlang rechten heeft.

Heusdens Kanaal bij Afgedamde Maas
De Maas is in deze omgeving veel afgedamd en verlegd. Een oude rivierarm verbindt nu de Afgedamde Maas met de Bergsche Maas. Dankzij de Kromme Nol kering hoefde de historische Maasdijk niet ingrijpend te worden versterkt.

Vervolg: dijkringen en dijkgraven

De grafelijke organisatie van de waterhuishouding krijgt een vervolg in het Hoogheemraadschap van Schieland, dat Floris enkele maanden later sticht op 14 mei 1273. In 1277 volgt de Alblasserwaard, in 1284 Vijfheerenlanden. Ook buiten Holland krijgt de aanpak navolging: na 1300 vaardigen de Gelderse graven Reinald I en II een reeks wetering- en dijkbrieven uit voor de Betuwe, het Land van Maas en Waal, de Tielerwaard en de Bommelerwaard. In Brabant doet Hertog Jan hetzelfde langs de Maas. In al deze gebieden delegeert de landsheer zijn macht aan een vertrouweling met gezag: in Holland is de ‘dijkgraaf’ vaak een drost of baljuw, in Gelre is het de ambtman.

De moord en de Sint Elisabethsvloed

In 1273 is Floris 19 jaar, en alweer zeven jaar graaf van Holland. Met zijn waterstaatkundige en bestuurlijke stappen stuwt hij de handel en welvaart in zijn graafschap tot grote hoogte. Hij zal zich dertig jaar lang mengen in het Europese krachtenveld. De akte van Heusden bevindt zich tussen intensieve correspondentie met de Engelse koning. Floris onderwerpt de West-Friezen, doet een gooi naar de Schotse troon en bouwt burchten als het Muiderslot. Nabij dat nieuwe kasteel wordt hij in 1296 vermoord. Zodra Jan van Heusden ervan hoort, verlegt hij zijn loyaliteit weer naar de graaf van Kleve.

De Grote Waard blijft bijna 150 jaar bestaan. In 1421 maakt de Sint Elisabethsvloed een einde aan de polder, wat rest is nu de Biesbosch. Het meest oostelijke en hooggelegen Land van Heusden en Altena wordt als eerste weer bedijkt: het latere hoogheemraadschap Alm en Biesbosch, dat in 2006 onderdeel wordt van Waterschap Rivierenland.

Zuid-Holland, met linksonder de Biesbosch. Willem Jansz. Blaeu omstreeks 1600.

Verder lezen

  • ‘De Grote Waard op de kaart’

Aantekeningen bij de kaart van de Grote Waard ca. 1420

Willem Janssen, 2021

  • ‘Historische atlas van de Biesbosch’

Wim van Wijk, 2021

‘De grote en vreselijke vloed’

De Sint Elisabethsvloed 1421-2021

Hanneke van Asperen ea

  • ‘Consensus en conflict’

Waterbeheer in de Nederlanden 1200 – 1800

Milja van Tielhof, 2021

  • ‘De Grote Waard’

Geschiedenis van een Hollands landschap

Willem van der Ham, 2003

  • ‘Tussen dijkstoel en dorpspolder’

De 474 voorlopers van Waterschap Rivierenland 1273-2005

Beatrijs van Dijk ea, 2017

Met vragen of opmerkingen: mail naar erfgoed@wsrl.nl